Jezus tegenwoordig in de Eucharistie

Onder de Maaltijd nam Jezus het brood, sprak de zegen uit, brak het en gaf het aan zijn leerlingen met de woorden: " Neemt, eet: dit is mijn Lichaam." Daarna nam Hij de beker. En na het spreken van het dankgebed reikte Hij hun die toe met de woorden: " Drinkt allen hieruit. Want dit is mijn Bloed van het Verbond, dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden " (Mt.26,26-28).

Dit zijn de belangrijke woorden die Jezus spreekt tijdens zijn laatste avondmaal. Het is de instellng van de Eucharistie. Wat is het dat de Eucharistie onderscheidt van de andere sacramenten? Dat is de mate waarin het werkelijk de Bewerker zelf van de genade in zich besluit. Alle sacramenten zijn, om het zo te zeggen, kanalen waarlangs ons genade wordt meegedeeld. Maar in de Eucharistie gaat het niet om een 'aanvoerkanaal'; het is hier de bron zelf waaruit genade opwelt.

Laten we dit eens nader bekijken en proberen uit te leggen: het sacrament van de Eucharistie wordt al werkelijkheid bij de consecratie van het brood en de wijn die er de materie van vormen. De andere sacramenten worden werkelijkheid door het toepassen van de materie op de mensen om ze te heiligen, zoals bijvoorbeeld het water voor het doopsel. Dat wil niet zeggen dat alleen al de consecratie op zich al zou volstaan voor de werking van het sacrament van de Eucharistie. Nee, het sacrament dat werkelijk wordt in de consecratie vind juist zijn voltooiing in de communie, waarin degene de Jezus ontvangt door het eten van zijn Lichaam door Jezus in Zichzelf wordt opgenomen. Maar de communie is niet wezenlijk voor de werkelijkheid van het sacrament van de Eucharistie. Want zoals we reeds hebben gezien wordt het sacrament dus werkelijk in het geconsacreerde Brood en de geconsacreerde Wijn. Als we dat vergelijken met bijvoorbeeld het sacrament van het doopsel; bij het doopsel bestaat het sacrament niet in het water. Het sacrament van het doopsel wordt pas werkelijkheid wanneer het gezegende water met de woorden van de doop wordt uitgegoten over de dopeling.

Wat is het verschil zult u wellicht denken? Het verschil is dat de Eucharistie tegelijk sacrament is en werkelijke tegenwoordigheid van Christus. We kunnen dus stellen dat zij het belangrijkste is onder de sacramenten. Het wijst erop dat alle andere sacramenten juist gericht zijn op de Eucharistie. Hoe dan? Laten we eens kijken; het sacrament van het doopsel neemt ons op in de Kerk en opent daarmee de weg tot de Eucharistische communie, Bij het vormsel vervolmaakt de gedoopte zich, de Biecht en de Ziekenzalving zijn er ook voor om degene die er om vraagt voor te bereiden om (waardig) de Eucharistie te ontvangen. Het sacrament van het Huwelijk is ook verwant aan de Eucharistie, want het is het teken van de vereniging van Christus (de Bruidegom) met de Kerk (zijn Bruid) waarvan de vereniging zich dus juist voltrekt in de Eucharistie. En het sacrament van het Priesterschap of beter gezegd de priesterwijding heeft daarbij tot doel de consecratie van de Eucharistie.

2.

Nu we hebben gekeken naar de Eucharistie als sacrament, laten we ons dan eens richten op de tegenwoordigheid van Jezus in de Eucharistie. Dat is een groot, maar wezenlijk mysterie.

We nemen het evangelie van Johannes er eens bij, hoofdstuk 6. Daar vinden we een belangrijk vers dat ons verder kan helpen. Jezus staat voor een menigte bij de synagoge van Kafarnaum. Dan zegt hij: " Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald. Als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid. Het brood dat ik zal geven, is mijn vlees, ten bate van het leven der wereld " ( Joh.6,51).

Er staat iets verder in hetzelfde vers dat de Joden met elkaar in een twist raakte om wat Jezus daar zei: " Hoe kan hij ons zijn vlees te eten geven " (Joh.6,52). In die tijd was bloed het teken van leven en behoorde aan God toe, daarom was het voor Joden ten strengste verboden om met dierlijk bloed in aanraking te komen. En nu was daar Jezus en Hij sprak niet eens van dierlijk bloed, maar van zijn eigen bloed. Dat was dus helemaal niet te begrijpen. Om het hen uit te leggen zegt Jezus dan het volgende: " Voorwaar, voorwaar, Ik zeg U, (dat wil zeggen: nu komt er dus iets heel belangrijks) als gij het vlees van de Mensenzoon niet eet en zijn bloed niet drinkt, hebt gij het leven niet in u. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt heeft eeuwig leven en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag. Want mijn vlees is echt voedsel en mijn bloed echt drank. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in Mij en ik in hem. Zoals Ik door de Vader die leeft, gezonden ben en leef door de Vader, zo zal ook hij die Mij eet leven door Mij " (Joh.6, 53-57).

Wat we hier zien is de kracht van het Woord. Woorden die we uitspreken kunnen veel doen. Zij kunnen iets beschrijven, bijvoorbeeld hoe een boom eruit ziet. Of als iemand je prijst (of juist niet) dan hebben woorden de kracht om je leven te veranderen.

Gaan we eens naar het Boek Genesis: Toen sprak God: " Er moet licht zijn! " En er was licht (Gen.1,3). Wat we hier duidelijk zien is dat God niet alleen dingen beschrijft, maar ze ook maakt door zijn Woord. Jezus is het vleesgeworden Woord. Dat betekent hetzelfde Woord dat we God hebben horen uitspreken in het Boek Genesis.

Terug naar de heilige Mis. Wanneer de priester, na de heilige Geest te hebben aangeroepen, de consecratiewoorden uitspreekt, doet hij dat dus niet om de werkelijke tegenwoordigheid te beduiden, maar om die te bewerkstelligen. Het zijn de eigen woorden van Christus en Christus zelf spreekt ze uit door de mond van de priester. De priester spreekt ' in persona Christi ' dat wil zeggen: in de persoon van Christus. kortom, het Woord doet wat het zegt door de kracht van de heilige Geest (waar één persoon van de heilige Drie-eenheid aanwezig is, zijn de andere twee ook). Het is normaal dat de komst van Hem die hét Woord is, in woorden tot uitdrukking komt. Op het ogenblik waarop deze worden uitgesproken, is Jezus dan ook werkelijk aanwezig. Het is dus werkelijk een groot mysterie dat ons verstand te boven gaat. Onze ogen zien wat tevoren brood en wijn was. Ons gelloof zegt ons verstand dat het hier gaat om Christus zelf.

Laat ons Hem dan waardig tegemoet treden én ontvangen, want Jezus is daar in de Eucharistie echt zelf aanwezig.